Advies op maat

We beantwoorden hier enkele veelgestelde tuinvragen.

Bij de beschrijving van de planten vind je informatie over standplaats en onderhoud zoals snoeien en bemesten.

In het plantencentrum hebben we meer dan 20 GRATIS FOLDERS over diverse onderwerpen zoals bv. 'Hoe leg je een gazon aan?'. Van harte welkom!

Hagen

Sinds 1 september 2021 gelden nieuwe regels met betrekking tot de afstand van beplantingen ten opzichte van de perceelgrens en over het recht om een buurman te verzoeken om bomen te snoeien of te rooien. De vroegere regels uit het Veldwetboek zijn toen geïntegreerd in het Burgerlijk Wetboek.
 
Concreet zegt artikel 3.133 van het Burgerlijk Wetboek sindsdien dat ‘alle beplantingen minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens moeten staan, tenzij indien partijen hierover een contract hebben gesloten of indien de beplantingen al meer dan dertig jaar op dezelfde plaats staan’. De afstanden die daarbij gelden zijn : 
 
* Voor bomen die minstens 2 meter hoog zijn, 2 meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom;
* Voor alle andere bomen, struiken en hagen, een halve meter.
 
De nabuur kan de snoeiing of rooiing eisen van de beplantingen die op een kortere afstand zijn aangebracht, tenzij de rechter meent dat dit rechtsmisbruik uitmaakt. Bij een gerechtelijk geschil moet de rechter in zijn beslissing rekening houden met alle omstandigheden, incl. het algemeen belang.
 
De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van beplantingen die niet hoger reiken dat de afsluiting tussen de percelen. Gaat het in dat geval om een niet-gemene afsluiting, dan heeft de eigenaar het recht deze als steun voor zijn beplantingen te gebruiken.

Vlak na het aanplanten kan je al voor de eerste maal gaan knippen. Bij een jonge haag is het aangewezen om de zijkant van de hagen kort terug te snoeien. Bij iedere scheerbeurt laat je de haag wat breder worden tot de gewenste breedte van de haag bereikt wordt. Daarna scheer je elke scheerbeurt terug tot op dit scheervlak. Zo verkrijg je een mooi vertakte haag die volledig gesloten is en vermijd je dat de haag steeds dikker wordt. 

In de lente krijgen de meeste hagen een flinke groeischeut. Tijdens deze groeiperiode laat je de haag best gerust. Eind mei, begin juni vermindert de eerste groei en is het tijd om je haag terug strak te zetten. 

In september volgt er voor de meeste hagen een tweede groei. Als je wil dat je haag ook mooi strak de herfst in gaat, snoei hem dan eind september een tweede keer. 


De voorbereidende werken :

  • Span een touw op de exacte plaats waar je de haag wenst.
  • Graaf een 30 centimetere brede geul . Bij kluitplanten maak je de geul 20 centimeter breder dan de kluit.
  • Maak de grond onderin de geul goed los en werk hier beplantingsaarde doorheen. Gebruik best geen compost want als deze niet voldoende verteerd is kan hij de haarwortels verbranden.
  • Meng de beplantingsaarde ook door de uitgekomen grond die naast de geul ligt.
  • Sla om de 5 meter een houten paal, en span een draad om de 50 centimeter. Hieraan kan je de haag na het planten bevestigen

Het planten zelf

  • Haagplanten in blote wortel plant je best zo snel mogelijk nadat je ze in onze winkel hebt afgehaald. Leg ze bij thuiskomst in een beschutte plaats, windvrij en uit de zon. Of als je niet onmiddelijk kan planten, kuil je ze best in. 
  • Leg de planten op de juiste afstand uit langs de geul. Door zon en wind drogen de kale wortels van plantgoed snel uit. Haal daarom de planten pas uit de plastic zak als je ze in de gleuf gaat uitleggen. Plant daarom ook een lange haag in gedeeltes aan zodat de wortels zo kort mogelijk bloot liggen.
  • Spreid bij planten met kale wortel (zoals liguster en beuk) de wortels uit in de geul. Zorg dat iemand anders de planten zodanig vasthoudt dat ze op de juiste afstand en plantdiepte* staan, terwijl je de geul dichtgooit. Tijdens het dichtgooien moeten de planten recht worden getrokken.
  • Trek zo nodig een paar keer lichtjes aan de plant om te zorgen dat de grond goed tussen de wortels komt en druk de grond rondom de voet stevig aan.
  • Geef meteen na het aanplanten flink water. Ook hierdoor zal de aarde goed rondom de wortels terecht komen.
  • Maak elke plant vast aan de draad met bindbuis of de speciale haagklemmen die je bij ons kunt verkrijgen.
  • Haagplanten die je koopt in pot of kluit, drogen minder snel uit. Hier heb je iets meer tijd tussen het afhalen in de winkel en het planten.


Bij de keuze van een haag hou je best met  volgende zaken rekening : 

  • Kies een haag in functie van de grond waar hij komt te staan. Sommige hagen groeien beter in zandgrond, andere kunnen meer vocht verdragen.
  • Bepaal of je haag wintergroen moet zijn of eerder bladverliezend.
  • Hoe hoog moet de haag worden? Je hebt hagen die laag blijven, andere hagen kunnen fors doorgroeien.
  • Als je voor traaggroeiende hagen kiest, heb je minder snoeiwerk. Met een snelgroeiende haag heb je sneller privacy.
  • De meeste hagen zijn groen, Toch zijn er een aantal gekleurde hagen, zoals de rode beuk, de gele liguster. 

Kruiden

Kruiden plant je vanaf eind maart, als de dagen warmer worden. Sommige kruiden, zoals basilicum plant je best nog wat later, half mei omdat ze helemaal geen vorst verdragen.

In de maanden april,mei en juni is het assortiment kruiden het grootst. Maar ook in de zomermaanden kan je nog steeds kruiden bijplanten. Je kan er immers ook nog in de herfst flink van plukken.

 

Je kan kruiden zaaien of je kan kruidenplantjes kopen en uitplanten. Zaaien is de goedkoopste oplossing. Het nadeel is dat zaailingen wel kwetsbaar zijn. Ze vragen wat extra verzorging, tijd en energie.

Als je kruidenplantjes koopt, dan hebben ze deze kwetsbare periode al in de kwekerij doorstaan en kunnen ze tegen een stootje. Kruidenplantjes die je in de supermarkt koopt, dienen enkel om onmiddelijk te consumeren. Deze zijn te zwak om mee door te kweken. 

 

Leibomen

  • Leibomen worden het best in het voorjaar, net na de winter gesnoeid. Zorg bij jonge aanplant er eerst voor dat voor elke etage de hoofdtakken worden opgeleid aan het rekwerk. Doe dit met zachte bindbuis. Een de hoofdtakken gevormd zijn, mogen overtollige takken worden weggesnoeid. Eens de leivorm volledig klaar is, mag je elk voorjaar de op de hoofdtak uitgelopen twijgen terugsnoeien.
  • Leibomen als scherm (zoals een haag op hoogte) kunnen machinaal of met de haagschaar gesnoeid worden eind juni. hierbij ga je met de haagschaar langs de leivorm af  en snoei je net zoals bij een gewone haag. 

 

  • Voor een mooi resultaat heb je een goedd leiwerk nodig. Gebruik stevige leipalen van 4 tot 5 meter lang en 10 cm diameter als basis. Plaats deze palen met een tussenafstand van zo'n 3 meter. Graaf een gat van ongeveer 60 à 100 cm diep en veranker de paal hierin met zandcement.
  • Als horizontale leivormen bestaan er verschillende opties : bamboestokken of minimalistische spandraad. Gebruik best geen panlatten, want dat is te ruw om de jonge takken aan op te binden. Zorg er voor dat de afstand tussen elke etage mooi gelijk is. Boor vooraf gaten op gelijke hoogte in de palen, waardoor je de draad of de bamboestokken dan kan steken.
  • Bepaal de plantgaten. Maak de plantgaten voldoende groot, zeker 2 keer zo groot als de kluit, wortel of pot, en voldoende diep.
  • Meng voldoende bodemverbeteraar in de bestaande grond.
  • Verdeel een handvol plantbriketten in het plantgat. Deze zorgen voor een goede verdeling van de meststoffen aan de wortels, zonder risico op verbranding.
  • plant de boom even diep als hij op de kwekerij stond.
  • Druk de grond goed aan en begiet overvloedig.
  • Maak de horizontale gesteltakken van de boom vast aanhet rekwerk met bindbuis.

 

Verschillende boomsoorten zijn geschikt om als leivorm te gebruiken. Terwijl vroeger vooral fruitbomen geleid werden, worden nu meer en meer sierbomen gebruikt. Kies een leiboom aan de hand van volgende vragenlijst : 

  • Welke boom is het meest gepast voor jouw toepassing? Een loofboom (linde, plataan, amberboom, sierpeer, haagbeuk,...) of een een fruitboom?
  • Wil je ook in de winter privacy? Sommige leibomen zijn bladhoudend en geven dus ook beschutting in de winter, wat soms nuttig kan zijn. Anderzijds laten bladverliezende bomen meer licht door in de al donkere wintermaanden.
  • Grootbladige leibomen zoals plataan of linde groeien sneller toe, maar vragen meer snoei en geven ook meer snoeiafval. Andere soorten zoals de amberboom of de moeraseik groeien trager en vragen iets minder snoeiwerk.
  • Er zijn twee gangbare leivormen : ofwel werk je met horizontale leitakken die etages vormen, ofwel snoei je als een haag op hoogte. De oorspronkelijke vorm van de leitakken zijn hier minder duidelijk zichtbaar, maar het creeërt wel een iets dichter scherm van takken in de winter.
  • Kies je leibomen in functie van je grond : bij vochtige grond kies je beter voor een amberboom of moeraseik, bij drogere grond zal een steeneik beter passen.