Vitis 'Himrod'Druif
Dit witte druivenras heeft het voordeel dat hij pitloos is. De middelgrote druiven hebben een zoete smaaken zijn als tafel maar ook als wijndruif bruikbaar. De plant kan goed gebruikt worden als leivorm en kan zo zorgen voor de begroeiing van een pergola of kan bijvoorbeeld langs een dakgoot worden geleid. Hij heeft een mooie afschilferende bruine stam.'
Op 'Himrod' kan er meeldauw of botrytis voorkomen.
De meeste druiven komen uit landen en gebieden met een mild tot mediterraan klimaat, bijvoorbeeld de landen in het Middellandse Zeegebied zoals Spanje, Frankrijk, Itali‰, Griekenland en Turkije. Bepaalde streken in Duitsland zoals langs de Rijn en de Moezel lenen zich ook goed voor de druiventeelt, doordat de temperatuur op de zuidelijke rivierhellingen altijd een paar graden hoger is dan in de gebieden daarbuiten. Druiven worden ook gekweekt in Vlaanderen in druivendorpen als Hoeilaart en Overijse in Vlaams-Brabant. De overgebleven druivenserres behoren tot het cultureel erfgoed van deze gemeenten en van de streek. De druiventeelt in het Hollandse Westland is bijna verdwenen.
Om als fruit geteeld te worden, is het noodzakelijk dat de vruchten groot en sappig zijn en vooral een zoete smaak hebben. Er zijn tientallen cultivars, die voor het eten van de vruchten in aanmerking komen. Hiervoor worden zowel witte als blauwe druiven verbouwd.
De trossen moeten reeds vroeg in hun ontwikkeling geselecteerd worden op basis van hun standplaats en hun omvang. Een van de belangrijkste bewerkingen om mooie, volle trossen te ontwikkelen, is het krenten" van de druiven. Deze behandeling bestaat erin alle overtollige druiven uit de tros weg te knippen met een speciaal daarvoor ontwikkeld, scherpgepunt schaartje, waarmee men de niet bevruchte en de slecht geplaatste druifjes elimineert. Doet men dit niet, dan krijgt men enerzijds vruchten die te klein blijven, en die anderzijds zeer onregelmatig kleuren. Dit krenten gebeurt voornamelijk in de maand juli en wordt ook wel de groene oogst genoemd. Het is van het grootste belang dat de druiven gelijkmatig, en gelijktijdig afrijpen, zodat de pluk in ‚‚n keer kan gebeuren. Alle soorten druiven kunnen gebruikt worden om rozijnen te maken.
Het snoeien van druivelaars maar ook van andere fruitsoorten is een zeer belangrijke ingreep op de gewassen teneinde de oogst veilig te stellen.
Bij druiven wordt er zowel in de winter (wintersnoei) als in de zomer (zomersnoei) gesnoeid.
In de winter wanneer de druivelaar in rust is snoeien wij houtachtige takken in.
In de zomer wanneer hij in volle groei is, zijn het eerder de jonge kruidachtige scheuten (ranken) die we innijpen of insnoeien.
Beide snoeien zijn even belangrijk om zowel hetzelfde jaar maar ook de toekomstige vruchtzetting te verzekeren. De snoei die ik hier summier wil bespreken geldt hier vooral voor druiven die in openlucht gekweekt worden maar kunnen eveneens van toepassing zijn voor kasdruiven zij het dat deze eerder(december) gesnoeid dienen te worden. Het is vooral de vruchthoutsnoei die ik hier nader wil toelichten.
Wintersnoei
De wintersnoei van de druivelaar gebeurt het best in januari - februari.
Te vroege snoei geeft een voortijdig uitlopen van de knoppen die bij vroege nachtvorst de jonge scheuten of botten fataal kunnen zijn, dus geen aanrader.
Te late snoei heeft doodbloeden van de druif tot gevolg en weerom geen aanrader. Grote wonden kunnen perfect herstellen - enkel toebranden - zodoende ontsnapt er geen sap en is de druivelaar gered, dit is wel enkel een s.o.s.-middel, dus: beter voorkomen dan genezen is hier de boodschap.
Wintersnoei is vooral nodig om de plant een vorm te geven (vormsnoei), maar ook om een weelderijke oogst aan vruchten te bekomen (vruchthoutsnoei).
Wat vooral belangrijk is, is de jaarlijkse onderhoud- of vruchthoutsnoei.
Beginnen met snoeien doen we best onderaan de gesteltakken en zo tot bovenaan de druivelaar tot op zijn definitieve hoogte.
Te oude en slecht geplaatste takken snijden we weg tot op een stomp. Zieke of dode takken snijden we weg zodat deze geen bron kunnen vormen van latere ziekten. Wanneer we op een stomp snijden kunnen er echter via minuscule en in rust zijnde ogen of ® slapende ogen ¯ nieuwe ranken of takken ontstaan, wat verjonging van de druivelaar teweeg brengt! Wanneer de druivelaar goed gesnoeid is zijn de gesteltakken met de kleine zijtakjes duidelijk zichtbaar
Zomersnoei is nodig om:
de druivelaar compact te houden (ranken van 4 m zijn geen uitzondering).
de trossen kunnen hierdoor optimaal ontwikkelen
de druiven kunnen door de juiste lichtinval beter rijpen
doordat de druivelaar luchtig is kunnen er minder schimmelziekten optreden (witziekte)
Snoeiwijze:
Tijdens de ontwikkeling van de ranken snoeit men deze in op 2 bladeren voorbij de tros. Het is mogelijk dat er op 1 rank meerdere trossen komen. Men behoudt slechts de tros die dichtst tegen de gesteltak staat. Ranken waarop geen tros aanwezig is, snoeit men in op 40 cm. Uit de okselscheuten van de 2 bovenste bladeren ontstaan nu nieuwe scheuten die men steeds insnoeit op 1 blad. Alleen de verlenging van de jonge nog te vormen gesteltak wordt met rust gelaten.
Uit de oksels van de twee bladeren komen opnieuw scheuten die men op hun beurt inkort tot op het eerste blad.
Zomersnoei dient om de week … veertien dagen te gebeuren om de groei en bloei en oogst onder controle te houden!
"
Kenmerken
Bloemkleur | Witroze |
---|---|
Bloeiperiode | juni |
Bladkleur lente | Groen |
Bladkleur zomer | Groen |
Bladkleur herfst | Geel |
Winterbeeld | Bladverliezend |
Schorskleur | Bruin |
Groeivorm | Leivorm - Rankend/slingerend |
Groeikracht | Snel |
Hoogte volgroeide plant | 1.50 tot 5.00 m |
Vruchtsoort | Druif |
Bestuivingsperiode | Zelfbestuivend |
Standplaats | Zon |
Aantal per lopende meter | < 1 |
Onderhoudszorg | Steunpaal voorzien |
Snoeiperiode | Na de winter |
Te gebruiken potgrond | Potgrond universeel |
Aanbevolen plantvoeding | Organische meststof voor groenten & fruit |
Gebruikswaarde | Leivorm - Kruiden & keuken |