Juglans regiaOkkernoot of Walnoot
Deze soort brengt de bekende grote en bijzonder smakelijke okkernoot voort. Hij heeft een mooie ronde kroon en wordt al eeuwen gebruikt voor zowel de noten als houtproductie. Hij is zelfbestuivend en staat liefst in een kalkrijke goed doorlatende grond. Hij houdt muggen op een veilige afstand.'
Een noteboom groeit vrij traag. Volwassen wordt hij 15 meter of meer hoog en zeker 10 meter breed.
Noten verschijnen na enkele jaren na het aanplanten. In de periode april tot en met mei bloeit de boom. Aan een en dezelfde boom verschijnen zowel manlijke en vrouwelijke katjes. De boom is eenhuizig. Schommelingen in de temperatuur in het voorjaar zijn verantwoordelijk voor een onvoorspelbaar bloeigedrag en ook vruchtzetting.
De walnoot houdt ook de muggen weg. De bladeren bevatten juglandine, een stof die muggen op afstand houdt. In de meubelindustrie diende wortelnotenhout voor het fineren van meubelen en werden kleine voorwerpen, zoals dienbladen, geweerkolven en dashboards in auto's ervan gemaakt. Nogaltijd word het hout vaak gebruikt vanwege de kleur en de vanwege het feit dat het hout makkelijk te bewerken is. Voor de bereiding van notenlikeur worden noten gebruikt.
Rijpe noten moeten vanzelf uit de boom vallen; plukken is absoluut onnodig. Andere manieren van plukken maken de kans op beschadiging van takken groot met als resultaat het bloeden van de boom. Noten zijn omgeven met een groene bolster, die de eigenlijke vrucht beschermt. Geraapte noten moeten enkele weken worden gedroogd in een goed geventileerde ruimte. Het vetgehate is rederijk, waardoor de kern een vol jaar goed eetbaar blijft en niet verdroogd.
Een walnoot houdt van een goed ontwaterde, water doorlatende en vruchtbare bodem. De grond mag absoluut niet zuur zijn en moet veel kalk, magnesium, sporenelementen en fosfaat bevatten.
Licht en ruimte zijn de tweede belangrijke eis, waaraan voldaan moet worden, wil je op den duur een goed gevormde boom krijgen. Voorafgaande aan het planten moet de grond diep worden losgemaakt, het liefste tot aan het grondwater; een walnoot groeit zowel in de diepte als in de breedte.
Snoeien
Een walnoot moet zo min mogelijk worden gesnoeid. Als dit al nodig is, dan beperkt de snoeibeurt zich tot het verwijderen van dood hout en het bijstellen van de kroonvorm of -opbouw. Noten worden in volle bladstand gesnoeid: van begin juni tot uiterlijk begin oktober of direct na de bloei. Snoeien op een later tijdstip maakt de boom buitengewoon kwetsbaar voor vorstschade. Snoei nooit terug in overjarig hout. Knoppen op overjarig hout lopen heel moeilijk of niet uit.
Vruchten beschermd met een dikke bolster
Snoeien buiten de aangegeven periode zorgt ervoor, dat een walnoot overmatig zal bloeden met een grote kans op afsterven van delen van de boom.
Kenmerken
Bloemkleur | Zuiverwit |
---|---|
Bloeiperiode | mei - juni |
Bladkleur lente | Licht groen |
Bladkleur zomer | Licht groen |
Bladkleur herfst | Licht groen |
Winterbeeld | Bladverliezend |
Schorskleur | Grijs |
Groeivorm | Bolvormig Rond |
Groeikracht | Matig |
Hoogte volgroeide plant | 15.00 tot 20.00 m |
Vruchtsoort | Noot |
Vrucht toepassingen | Hand |
Oogst periode | Oktober |
Bestuivingsperiode | Zelfbestuivend |
Standplaats | Zon |
Aantal per vierkante meter | < 1 |
Aantal per lopende meter | < 1 |
Onderhoudszorg | Steunpaal voorzien |
Snoeiperiode | In de zomer |
Te gebruiken potgrond | Bodemverbeteraar universeel |
Aanbevolen plantvoeding | Organische meststof voor bomen |
Gebruikswaarde | Alleenstaand - Kruiden & keuken |