Paeonia 'Sarah Bernhardt'Pioenroos

Pioenen zijn een geslacht van 33 soorten winterharde, kruidachtige en heesterachtige, overblijvende planten. Ze worden gekweekt om hun fraaie bloemen en aantrekkelijke bladeren. De bladeren zijn samengesteld uit verscheidene blaadjes van ongelijke vorm en grootte. Al meer dan 1000 jaar worden de pioenrozen in China en Japan gecultiveerd. Ongeveer 400 jaar geleden deed de klassieke boerenpioen, Paeonia officinalis zijn intrede in de Europese tuinen.
Standplaats:

Pioenen verlangen een voedzame, zware en goed doorlatende, licht zure bodem. Geef ze een plaatsje in de volle zon of in de lichte schaduw. Geef de planten een stikstofarme meststof in het voorjaar en beendermeel na de bloei.
Doorgaans zijn pioenen sterk planten die ook een droogteperiode goed doorkomen. Echter wanneer het net voor of tijdens de bloei erg droog is is het aan te bevelen extra water aan de planten toe te dienen.

Planten:

Verbeter de grond met bodemverbeteraar voor het planten. Het is best enige weken voor het planten de grond reeds diep te spitten. Let op want pioenen kunnen niet tegen verse stalmest en ook kalk verdragen ze slecht. De beste plantperiode situeert zich tussen september en oktober. Plant de ogen van de pioenrozen ongeveer 3 cm onder het oppervlak. Niet te diep planten want dat werkt nadelig op hun groei. Nieuwe planten bloeien doorgaans niet onmiddellijk. Pioenen nemen de tijd, het kan ‚‚n, twee tot drie jaren duren vooraleer ze beginnen bloeien.

Verplanten - bloei?

Pioenrozen worden niet graag verplant. Pas na jaren op dezelfde plaats te hebben gestaan gaan ze meer gaan bloeien met grotere bloemen. Pioenen kunnen gemakkelijk 10 jaar op dezelfde plaats blijven staan. Na het verplanten zal de bloei sterk verminderen of kan ze zelfs achterwege blijven, tot de planten terug een paar jaar ouder zijn.

Snijbloemen:

Sommige pioenrozen leveren uitstekende snijbloemen die lang in de vaas goed blijven. Om de bloemen lang te kunnen houden snijdt je ze als de knoppen al wat beginnen te kleuren. Laat daarbij de onderste bladeren aan de planten zitten.